Zwartboek Katholieke Kerk
boekvrijdag 10 juni 2011 Michael Hebeis
De katholieke kerk maakt moeilijke momenten mee. De vele gevallen van seksueel misbruik door leden van de kerk zorgen wereldwijd voor een storm van verontwaardiging. Daarbij komt dat het Vaticaan bijzonder vaag en dubbelzinnig, reageert. Denk aan de zaak van bisschop Roger Vangheluwe die zijn neef lange tijd seksueel misbruikte zowel tijdens zijn priesterschap als in de periode dat hij tot bisschop was gewijd. Lange tijd probeerde hij die zaak stil te houden door het slachtoffer zwijggeld te betalen. Hij kreeg zelfs de hulp van kardinaal Danneels die het slachtoffer vroeg om geen klacht in te dienen omdat dit de reputatie van zijn oom als bisschop zou kunnen schaden en omdat hij na een jaar toch met pensioen zou gaan. Toen de hele zaak uitkwam, wekte dit de woede van zowat alle Belgen, ook van gelovigen. En al waren de feiten op het eerste zicht al lang verjaard, toch verwachtte zowat iedereen dat er een sterk signaal vanuit Rome zou komen om dergelijke praktijken niet alleen scherp af te keuren maar ook om ze voor de toekomst te voorkomen. Dat is niet gebeurd. Vangheluwe moet inderdaad het land verlaten, maar daar blijft het bij. En de paus heeft nog steeds geen officiële richtlijn uitgevaardigd dat dergelijke gevallen van seksueel misbruik van minderjarigen binnen de kerk moeten overgemaakt worden aan de normale gerechtelijke instanties. De kerk blijft daarmee een eigen rechtssysteem hanteren.
Er is met de katholieke kerk echter al veel langer een probleem. In Zwartboek Katholieke Kerk met als ondertitel En leid ons niet in bekoring schreef de Duitse advocaat Michael Hebeis een onthullende en vaak onthutsende schandalenkroniek over het streven naar macht van de kerk en de machteloosheid van haar slachtoffers. In zijn boek vertelt de auteur over de donkere jaren uit de eeuwenlange geschiedenis van de katholieke kerk. Daarbij maakt hij brandhout van de pauselijke aanspraak op moreel leiderschap. Hebeis is zelf katholiek en beklemtoont in de inleiding dat hij dit boek niet geschreven heeft uit haat, wraak of afgunst, maar juist omwille van zijn verdriet dat ‘zijn’ kerk zoveel leed kon veroorzaken en zich daar blijkbaar nog steeds niet van bewust is. In die zin geeft het boek niet alleen een historisch overzicht van de misdaden die de kerk beging, maar ook van de oorzaak van haar moreel falen ten aanzien van medemensen die het slachtoffer waren van haar machtsstreven en haar ambitie om zoveel mogelijk ‘zielen’ te bekeren tot het ‘ware’ geloof. Het boek leest dan ook als een compendium van het enorme leed dat de katholieke kerk in de loop van de voorbije eeuwen heeft aangericht en waaruit ze blijkbaar nog steeds geen lessen heeft getrokken.
De christelijke leer vraagt ons om naastenliefde te betonen. Maar wie zijn die naasten? In de praktijk waren dat blijkbaar alleen de inwoners van dezelfde stad, gemeenschap en geloof. Dat bleek al bij de eerste kruistocht toen paus Urbanus in 1095 opriep om het heilige land te bevrijden en hij aflaten beloofde voor wie gevolg gaf aan zijn vraag. ‘Eenieder die naar ginder trekt, over de landswegen marcheert of over zee vaart of in de strijd tegen de heidenen het leven laat in gevangenschap, zal zonder zonden vergeven zien’. Ruim 80.000 christenen volgden de oproep op en vermoorden op weg naar het Heilige Land de Joden in Mainz en Speyer. Godfried van Bouillon werd uiteindelijk heer van het heroverde Jeruzalem maar dan wel ten koste van talloze moslims en Joden die op een barbaarse manier werden vermoord in naam van God en zijn plaatsvervanger op aarde, de paus. Bij de vierde kruistocht geraakten de kruisvaarders niet verder dan Constantinopel waar ze orthodoxe christenen uitroeiden. Dat is allemaal lang geleden, maar Hebeis verwijst naar een dergelijke gebeurtenis in 1934 toen Mussolini met zijn leger Ethiopië binnenviel. Daarbij gebruikten de Italiaanse piloten het, internationaal nochtans verboden, beruchte mosterdgas waarmee zowel soldaten als burgers op grote schaal getroffen werden. Er vielen daarbij 730.000 doden. Opvallend was dat de Kerk deze ‘kruistocht’ bejubelde. De Milanese kardinaal Schuster die de fascistische troepen destijds zegende, werd in 1996 door Johannes Paulus II ‘heilig’ verklaard.
Een andere constante in het christelijke denken is het felle antisemitisme. Kerkvaders en theologen verkondigen al eeuwen de mening dat de Joden als volk, schuld hebben aan de dood van Christus. Al in 1215 werd op het Vierde Lateraans Concilie beslist dat Joden speciale kentekens moesten dragen. Later werd hen ook verweten hosties te schenden en christelijke kinderen te vermoorden om met hun bloed matses (niet gerezen plat brood) te bereiden. Vanaf 1447 werden speciale ‘Jodeninquisiteurs’ aangesteld en in 1492 het beruchte Verdrijvingsedict waarbij honderdduizenden Joden Spanje moesten verlaten of gedood werden. ‘Het uit oeroude middeleeuwse ideeën ontstane en door de Kerk naar de 20ste eeuw meegebrachte anti-judaïsme mengde zich aan het einde van de 19de eeuw met moderne ideeën en werd de voorloper van het antisemitisme en bijgevolg de aanloop voor de Shoah’, aldus Hebeis. En dat antisemitisme bestaat ook vandaag nog. denk aan Radio Maya in Polen die felle anti-Joodse propaganda maakt en aan de rehabilitatie door de huidige paus van bisschop Richard Williamson van het Pius X-genootschap die stelde dat er hooguit 300.000 Joden gedood waren waarvan niet één in een gaskamer. En het Vaticaan is volop bezig met de heiligverklaring van Pius XII die weigerde om de uitroeiing van de Joden aan te klagen.
Van eenzelfde wereldvreemdheid getuigde de uitspraak van Benedictus XVI in 2007 op een vergadering van Latijs-Amerikaanse bisschoppen dat de indianen lang onwetend waren maar uiteindelijk Christus als hun verlosser zagen ‘naar wie zij in stilte hunkerden’. Daarmee ging de paus voorbij aan een van de meest gruwelijke gebeurtenissen in de geschiedenis waarbij miljoenen indianen werden afgemaakt en anderen onder bedreiging werden bekeerd. Wie een bezoek brengt aan het Museo dell Tortura in Lima (Peru) zal vaststellen hoe vreselijk de inquisitie heeft huisgehouden in dat deel van de wereld. Hiermee volgden ze de oproep van de kerkvader Augustinus ‘Compelle intrare’ of ‘dwing ze (in de Kerk) binnen te komen’. En ook hier trekt de geschiedenis zich door tot vandaag. De bevrijdingstheologen die in Latijns-Amerika opkwamen voor de rechten van de indianen en andere armen, zoals Don Helder Camara en Gustavo Gutiérrez, werden door Johannes Paulus II regelrecht tegengewerkt en vervangen door oerconservatieve kerkleiders zoals José Cardoso Sobrinho. Toen in 2009 een 9-jarig meisje verkracht werd, zwanger werd en duidelijk werd dat ze dit niet zou overleven, lieten de ouders een abortus uitvoeren. Sobrinho excommuniceerde de ouders en de artsen. Dat priesters en bisschoppen niet vies waren en zijn om aan de kant te staan van regelrechte moordenaars bleek ook in Congo onder Leopold II en bij de genocide in Rwanda.
Zo komt de auteur bij de recente pedofilieschandalen in Kerk die eerst veel aandacht kregen in Verenigde Staten. Daar werden voor het eerst priesters veroordeeld omwille van seksueel misbruik van minderjarigen. Maar al snel werd duidelijk dat de katholieke Kerk al decennia een politiek van stilzwijgen hanteerde. ‘De bevoegde bisschop (van Boston) moest toegeven dat hij bij klachten de betrokken priesters gewoon overplaatste naar een andere parochie’, aldus Hebeis. Datzelfde gebeurde in Ierland en in tal van andere Europese landen. Uiteindelijk bleek dat het de paus zelf was die in 1962 en later in 2001 richtlijnen stuurde om dergelijke gevallen binnenskamers te houden en zeker niet door te geven aan de gewone gerechtelijke instanties. Wie hierover meer wil lezen kan terecht in het uitstekend gedocumenteerde boekje The Case of the Pope van Geoffrey Robertson die uit de hele heisa drie besluiten trok: ten eerste dat tienduizenden, misschien wel honderdduizend kinderen seksueel misbruikt werden door geestelijken, ten tweede dat duizenden geestelijken die de feiten hebben gepleegd, niet uit hun ambt werden ontzet noch aangegeven bij de bevoegde gerechtelijke instanties, en ten derde dat de Heilige Stoel in bevriende naties een eigen jurisdictie toepaste die in strijd was met de plaatselijke wetgeving en de bewijzen van schuld verborgen hield voor de plaatselijke autoriteiten. Toch lijkt de paus niet van plan om een andere houding aan te nemen.
Ook op financieel vlak is het Vaticaan niet zuiver op de graat. Dankzij het Verdrag van Lateranen in 1929 waardoor Vaticaanstad een echte staat werd, ontving de Kerk 1,75 miljard lire of 79 ton zuiver goud van Mussolini. De belegging van deze enorme som werd toevertrouwd aan Bernardino Nogara, later aan bisschop Marcinkus en de bankiers Sindona en Calvi. Dat daarbij geen morele scrupules speelden blijkt uit het feit dat ook geïnvesteerd werd in de drugs- en wapenindustrie en dat belangrijke sommen werden overgemaakt aan de Italiaanse christen-democraten, vooral aan gewezen premier Andreotti. De Banca Ambrosiano ban het Vaticaan ging echter over kop. Calvi werd dood teruggevonden, opgehangen onder een brug in Londen. Sindona werd in de gevangenis vergiftigd met cyaankali. En Marcinkus bleef uit de greep van het gerecht door toedoen van de paus die hem bescherming bood in het Vaticaan. Pas in 2009 ‘tekende het Vaticaan een overeenkomst met de Europese Unie waarin het zich verbond alle EU-richtlijnen inzake witwassen van geld, fraude en muntvervalsing te volgen’, aldus de auteur. Maar vorig jaar opende het Italiaanse gerecht opnieuw een onderzoek naar financiële malversaties rond het Instituut voor Religieuze Werken.
Het is maar een greep uit het Zwartboek van Michael Hebeis die het ook heeft over het enorme aantal heiligverklaringen van de laatste jaren (en publicitaire aspecten ervan), de vele Mariaverschijningen (en de commerciële aspecten ervan), de handel in relikwieën (zo zouden er een dozijn ‘voorhuiden’ van Jezus bestaan), de aanmoediging door de huidige paus van exorcisme om de duivel uit mensen te verjagen, de Index van de Verboden Boeken die wel niet meer bestaat, maar in de praktijk wel wordt toegepast op afwijkende teksten van theologen zoals Hans Küng, Leonardo Boff en Charles Curran die door de paus werden bestraft door hun leerstoel te ontnemen, en de ronduit immorele standpunten tegen het gebruik van voorbehoedsmiddelen wat in Afrika zorgde voor miljoenen Aids-doden. De auteur heeft het dan nog niet over de slavernij die eeuwenlang door de kerk verdedigd werd (zelfs bisschoppen kochten slaven bij notariële akten), over de minderwaardige positie van de vrouw en de weigering van de katholieke kerk om zich te verontschuldigen voor de Holocaust, dit in tegenstelling tot alle protestantse kerken die in 1948 daarvoor hun spijt betoogden en het antisemitisme tot een zonde verklaarden.
Na lezing van dit Zwartboek blijft maar één conclusie over: de katholieke kerk en de paus zijn hun moreel gezag volledig kwijt. Het wordt hoog tijd dat de democratische landen in de wereld dit inzien en dat ze een van de laatste dictaturen op deze wereld tot de orde roept. Als dat niet helpt dan moeten we het Vaticaan voortaan behandelen als een pariastaat.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Michael Hebeis, Zwartboek Katholieke Kerk, Standaard Uitgeverij, 2011
Maak jouw eigen website met JouwWeb