Het meest deerde mij evenwel, als zou ik met mijn opvattingen over Wilhelmina's terdege voorbereidde vlucht in mei 1940, volgens Fasseur, belanden 'in (. . .) het gezelschap van de NSB-leider Mussert.'
Deze uitspraak licht hij als volgt toe: 'Luister, die term landverraad, die is onder andere gebruikt in Volk en Vaderland, het weekblad van de NSB. Daar stond: 'Wie heult met de Engelsen, pleegt landverraad'. Mussert doelde op Wilhelmina. Fasseur doelt op mij. Alleen, ik heb altijd in de veronderstelling geleefd dat het woord 'heulen' in verband staat met een vijand, niet met een medestander.
Fasseur eindigt zijn betoog met de woorden: 'Dat lijkt me voldoende'.
Nu, dat is het niet! Het gaat namelijk niet aan een bewust smadelijke uitlating op een dergelijke niet onderbouwde wijze publiekelijk te ventileren. Daar komt bij dat hij generaliseert. Want hoeveel mensen hebben er destijds niet grote vraagtekens gezet bij Wilhelmina's vlucht, zonder te zijn geabonneerd op Volk en Vaderland of op andere wijze aan de NSB te zijn gelieerd?
Dat men er in de loop van de oorlogsjaren, niet in de laatste plaats door de propaganda van Radio Oranje, anders over is gaan denken, neemt niet weg dat velen op 14 mei 1940 diep verontwaardigd waren en zich in de steek gelaten voelden. Heel wat manschappen van de marinekazerne te Amsterdam smeten die dag uit pure frustratie de wapens en munitie in het IJ.
In Den Haag is het voorgekomen dat men slalommend de straat over moest vanwege de her en der uit de ramen geworpen statieportretten van de ontkomen koningin. Nog steeds leven er ooggetuigen die dit kunnen bevestigen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb