Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: eenvoudige versie
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is een relatief moeilijke text. Hieronder vind je de text eenvoudiger uitgelegd zodat iedereen de text beter zal begrijpen:
 
Artikel 1
Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld.
 
Artikel 2
Ieder heeft recht op alle rechten, ongeacht of je jong of oud, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je belijdt of welke taal je spreekt.
 
Artikel 3
Je hebt recht op leven in vrijheid en in veiligheid.
 
Artikel 4
Slavernij is verboden.
 
Artikel 5
Je mag niemand martelen.
 
Artikel 6
Je hebt recht op dezelfde bescherming als iedereen.
 
Artikel 7
De wet moet voor iedereen hetzelfde zijn; iedereen moet volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden.
 
Artikel 8
Je hebt recht om hulp van een rechter te vragen, als je vindt dat je volgens de wetten van je land niet goed wordt behandeld.
 
Artikel 9
Niemand heeft het recht je zonder goede reden gevangen te zetten of het land uit te sturen.
 
Artikel 10
Als je terecht moet staan, moet dat in het openbaar gebeuren. De mensen die je berechten, mogen zich niet door anderen laten beïnvloeden.
 
Artikel 11
Je bent onschuldig tot je schuld bewezen is; je hebt het recht je te verdedigen tegen beschuldigingen.
 
Artikel 12
Je hebt het recht op privacy: op bescherming als iemand je lastig valt, je brieven opent of kwaad van je spreekt.
 
Artikel 13
Je hebt het recht om te gaan en te staan waar je wilt, in eigen land en in het buitenland.
 
Artikel 14
Als je slachtoffer wordt van mensenrechtenschendingen, heb je het recht om naar een ander land te gaan en dat land te vragen om jou te beschermen.
 
Artikel 15
Je hebt het recht een eigen nationaliteit te hebben.
 
Artikel 16
Je hebt het recht te trouwen en een gezin te stichten.
 
Artikel 17
Je hebt het recht op eigendom en niemand mag je bezittingen zonder goede redenen afnemen.
 
Artikel 18
Je hebt het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.
 
Artikel 19
Je hebt het recht op vrijheid van mening en meningsuiting.
 
Artikel 20
Je hebt het recht om te vergaderen als je dat wilt.
 
Artikel 21
Je hebt het recht om deel te nemen aan de politiek van je land.
 
Artikel 22
Je hebt het recht op maatschappelijke zekerheid en om jezelf te ontwikkelen.
 
Artikel 23
Je hebt het recht op werk in het beroep dat je zelf kiest. Je hebt ook recht op een rechtvaardig loon voor je werk. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk evenveel betaald worden.
 
Artikel 24
Je hebt het recht op vrije tijd en vakantie.
 
Artikel 25
Je hebt het recht op alles wat nodig is om ervoor te zorgen dat je niet ziek wordt, geen honger hebt en een dak boven je hoofd hebt. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand.
 
Artikel 26
Je hebt het recht op onderwijs dat gericht is op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
 
Artikel 27
Je hebt het recht om te genieten van wat kunst en wetenschappen voortbrengen.
 
Artikel 28
De overheid moet ervoor zorgen dat er een "orde" is die al deze rechten beschermt.
 
Artikel 29
Je hebt ook plichten tegenover de mensen om je heen, zodat ook hun mensenrechten kunnen worden beschermd. De wetten in je land mogen niet ingaan tegen deze mensenrechten.
 
Artikel 30
Geen enkel land en geen enkel mens mag proberen om de rechten te vernietigen die in deze Verklaring staan.
Artikel 8 – Recht op eerbiediging van privé familie- en gezinsleven
1. Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Na vrijspraak alsnog vervolgen
29-11-2010 Rose Tolenaar
Het kabinet wil in meer gevallen een onherroepelijk vrijgesproken verdachte voor hetzelfde delict alsnog kunnen vervolgen, wanneer nieuw zeer belastend bewijs opduikt. Niet alleen bij misdrijven waar levenslange gevangenisstraf op staat en die de dood van een ander tot gevolg hebben. Maar ook bij doodslag en bij gewelds- en zedenzaken met dodelijke afloop. Daarnaast wil het kabinet met terugwerkende kracht strafzaken na vrijspraak kunnen herzien. Dit blijkt uit een nota van wijziging van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Het besluit vloeit voort uit het regeerakkoord.
 
Onvoldoende bescherming tegen rechterlijke dwalingen en fouten
Mede naar aanleiding van de Schiedamse parkmoord hebben leden van de Tweede Kamer aangedrongen op een hervorming van de herzieningsregeling. De strafvorderlijke herzieningsprocedure bood wellicht onvoldoende bescherming tegen rechterlijke dwalingen en fouten. Het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van een regeling betreffende herziening ten nadele van de gewezen verdachte (Wet herziening ten nadele) werd reeds op 1 september 2009 ingediend door de regering op initiatief van de toenmalig minister van Justitie, Hirsch Ballin.2 In dit wetsvoorstel gold de mogelijkheid om vrijspraak te herzien bij een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving levenslange gevangenisstraf is gesteld en dat de dood van een ander ten gevolge heeft.


Verruiming noodzakelijk om samenleving te beschermen
Het kabinet Rutte wil de mogelijkheid tot herziening uitbreiden met doodslag en gewelds- en zedenzaken met dodelijke afloop. Het gaat dan onder meer om mishandeling waarbij het slachtoffer later aan de gevolgen overlijdt, of verkrachting of mensenhandel met dodelijke afloop. De voorgestelde verruiming is volgens het kabinet noodzakelijk om de samenleving tegen daders van ernstige misdrijven beter te kunnen beschermen. Zware gewelds- en zedendelicten kunnen slachtoffers en nabestaanden onherstelbaar traumatiseren. Zulke misdaden raken ook het vertrouwen in de rechtsorde en de veiligheidsbeleving van de burger. Het is moeilijk te aanvaarden dat er na vrijspraak voor een dergelijk misdrijf geen straf zou kunnen volgen, wanneer naderhand door technisch onderzoek nieuw zeer sterk bewijs is gevonden, bijvoorbeeld DNA-onderzoek in een zogenoemde 'cold case'.


Ne bis in idem 
Tegenstanders zeggen dat minister Opstelten het ‘ne bis in idem’ principe wil afschaffen, ook al behoort dat tot de fundamenten van de rechtstaat. Het uitgangspunt dat je geen twee keer voor hetzelfde feit vervolgd kunt worden, beschermt de burger tegen langdurig wangedrag van de overheid. Iedere burger loopt immers het risico om een keer ten onrechte als verdachte te worden aangemerkt. Vanwege het ‘ne bis in idem’ uitgangspunt, is het in Nederland niet mogelijk om levenslang het slachtoffer te worden van vervolging door de overheid. Met het wetsvoorstel gaat dit principe verloren.


Opmerkingen van de Raad van State
Ook de Raad van State had ten aanzien van het eerdere wetsvoorstel al enkele opmerkingen. De Raad stelt dat de beoordeling van de wenselijkheid of noodzaak van nader onderzoek op een hoger niveau dient plaats te vinden, bij voorkeur door de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De Raad heeft geadviseerd het wetsvoorstel aan te passen.


Daarnaast wordt in de toelichting van het wetsvoorstel uiteengezet dat bij de introductie van de mogelijkheid van de herziening ten nadele opslag van gegevens, zoals DNA-gegevens en vingerafdrukken van verdachten die zijn vrijgesproken van een feit dat de dood van een ander tot gevolg heeft gehad, wenselijk wordt geacht.Daartoe zal het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden aangepast moeten worden.

De Raad is van oordeel dat de voorgenomen verruiming van de mogelijkheid om gegevens van gewezen verdachten te bewaren een breuk inhoudt met het geldende stelsel waarin na (onder meer) een onherroepelijke vrijspraak het DNA-profiel, het celmateriaal en de vingerafdrukken van de gewezen verdachte (daaronder begrepen tevens de minderjarige verdachte) vernietigd dienen te worden. Voorts wijst de Raad erop dat het bewaren van celmateriaal, DNA-profielen en vingerafdrukken van gewezen verdachten een inbreuk oplevert op artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), welke inbreuk alleen kan worden gerechtvaardigd indien daarmee een legitiem doel wordt gediend en het noodzakelijk is in de democratische samenleving, waarbij het in het bijzonder aankomt op de vraag of de inbreuk proportioneel is en of er een evenwicht is bereikt tussen de publieke en private belangen. Factoren die daarbij een belangrijke rol spelen zijn het gevaar van stigmatisering van de gewezen verdachte (in het bijzonder minderjarigen), de mogelijkheid voor de gewezen verdachte om verwijdering uit de databank te verzoeken, het stellen van een tijdslimiet aan het bewaren van de gegevens en adequate waarborgen tegen het misbruik van de gegevens. De Raad is vooralsnog niet ervan overtuigd dat de noodzaak voor het bewaren van de gegevens van vrijgesproken verdachten voldoende is aangetoond.3

Met terugwerkende kracht strafzaken herzien.
Ook wil het kabinet met terugwerkende kracht strafzaken na vrijspraak kunnen herzien als nieuw zeer sterk bewijs is gevonden. Het gaat om vrijspraken die onherroepelijk zijn geworden voor de datum waarop het wetsvoorstel in werking treedt. Dit zal, aldus het kabinet, niet gelden voor strafbare feiten die al zijn verjaard.4Echter staat wel in het regeerakkoord dat bij het oplossen van cold cases herziening ten nadele (wetsvoorstel 32044) mogelijk wordt met terugwerkende kracht en tegelijkertijd ook voor de delicten doodslag en gewelds- en zedendelicten met dodelijke afloop. Daartoe worden, indien noodzakelijk, de verjaringstermijnen voor doodslag en enige andere gewelds- en zedendelicten aangepast.


Hoe voornoemde uitwerking zal gaan krijgen in de praktijk is nog even afwachten. De nota van wijziging wordt nu eerst voor advies aan de Raad van State gestuurd. De tekst van de nota van wijziging en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
 
 
Uitgelicht plus onze mening
Door AnjaH1962 14 januari 2014
Kort gezegd:
Als Minister Opstelten dit erdoor zou krijgen dan houd dit in dat wij als inwoners van Nederland onze verdere leven vervolgt kunnen worden zonder dat wij een misdaad hebben gepleegt, zie de onderstaande afbeelding.
 
 
Iedere inwoner in Nederland heeft kunnen ondervinden dat er veel veranderingen zijn plaats gevonden in ons rechtssysteem er word meer controle uitgeoefend(controle staat) en daarnaast zien we dat wij beperkter worden als het gaat om assertiviteit en het mening uiten, daarnaast kun je als je protesteert al gevangen genomen worden, zie de media Joanna VH met de leus: weg met de Monarchie het is 2013! Na al dit soort zaken zijn wij inmiddels tot conclusie gekomen dat wij straks in een regime komen dat wij niets meer hebben te zeggen, zelfs zoals het artikel omschrijft vervolgt kunnen worden voor niet begane daden....
 
Beste mensen WAKKER worden en denk goed na aan welke zijde van de maatschappij jullie staan.
 
Zie ook:
Artikel 18 Non bis in idem.doc
508 downloads
irak-ne-bis-in-idem-29-augustus-2013.pdf
496 downloads
kst-32044-B.pdf
494 downloads
opinie.pdf
502 downloads
Recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of
500 downloads