di 03 sep 2013, 20:48
Jansen Steur eist bescherming tegen boze patiënt
ENSCHEDE - De omstreden oud-neuroloog Ernst Jansen Steur eist bescherming tegen boze patiënten. De beruchte arts is bereid om aanwezig te zijn bij zittingen van het Medisch Tuchtcollege, als er tenminste aan zijn voorwaarden wordt voldaan.
 
Het strafproces tegen Jansen Steur gaat volgende week verder. Foto: TMG.nl
De advocaat van Jansen Steur is daarover in gesprek met het Medisch Tuchtcollege, zegt hij tegenover RTV Oost.
 
Jansen Steur vreest de geëmotioneerde reacties van patiënten bij wie hij een verkeerde diagnose heeft gesteld. In november zijn drie zittingsdagen gepland bij het Medisch Tuchtcollege. Na de tuchtzaak volgt een strafzaak. Deze dient in Almelo.
 
De veelbesproken Twentse neuroloog vertelde tientallen patiënten ten onrechte dat ze zouden lijden aan ongeneeslijke ziektes als parkinson, alzheimer en MS. Ook zou hij hebben gesjoemeld met lijkschouwingen en verdenkt justitie hem ervan dat in zijn opdracht uiterst riskante hersenoperaties zijn uitgevoerd die onnodig waren.
Hulpverlener in Undercover Nederland
Geupload op 21 jan 2012
Uitzending 'Undercover in Nederland' -ondanks gebruik van gefingeerd personage- niet onrechtmatig jegens jeugdhulpverlener

In 2009 heeft SBS een aflevering van het programma 'Undercover in Nederland' over misstanden door een jeugdhulpverlener in de alternatieve hulpverlening uitgezonden. Deze uitzending wordt door presentator Alberto Stegeman op de volgende manier aangekondigd: "Dan nu aandacht voor een hulpverlener die zijn macht misbruikt. Hij doet zich voor als een nobel man, die opkomt voor probleemkinderen en hun ouders."

Na een inleiding over de kritiek op alternatieve hulpverleners, die volgens Stegeman met name actief zijn op internet, zegt de presentator: "We kregen een aantal tips over één van deze zogenaamde hulpverleners. Hij zou zijn positie wel op een heel ernstige manier misbruiken."

Stegeman laat de kijker weten dat hij zich zal voordoen als het fictieve personage "Iris", zogenaamd een veertienjarig meisje. In de uitzending worden vervolgens beelden getoond van chatsessies en telefoongesprekken tussen "Iris" en de betreffende hulpverlener. Uit die beelden blijkt onder meer dat de man met "Iris" chatte over seksueel getinte onderwerpen en naturisme. Ook worden beelden getoond waarop te zien is dat de hulpverlener zichtbaar zijn geslachtsdeel heeft ontbloot.

"Iris" maakt vervolgens een afspraak met de man om elkaar te ontmoeten. Tijdens deze afspraak verschijnt 'de echte Iris' -Stegeman dus- en wordt de hulpverlener geconfrontreerd met het voorgaande, terwijl de camera draait. Dit alles is in de uitzending te zien.

Meer info op : http://www.mediareport.nl/persrecht/1...
Uitzending ‘Undercover in Nederland’ -ondanks gebruik van gefingeerd personage- niet onrechtmatig jegens jeugdhulpverlener
Undercover in NederlandIn 2009 heeft SBS een aflevering van het programma ’Undercover in Nederland’ over misstanden door een jeugdhulpverlener in de alternatieve hulpverlening uitgezonden. Deze uitzending wordt door presentator Alberto Stegeman op de volgende manier aangekondigd: “Dan nu aandacht voor een hulpverlener die zijn macht misbruikt. Hij doet zich voor als een nobel man, die opkomt voor probleemkinderen en hun ouders.”
 
Na een inleiding over de kritiek op alternatieve hulpverleners, die volgens Stegeman met name actief zijn op internet, zegt de presentator: “We kregen een aantal tips over één van deze zogenaamde hulpverleners. Hij zou zijn positie wel op een heel ernstige manier misbruiken.”
 
Stegeman laat de kijker weten dat hij zich zal voordoen als het fictieve personage “Iris”, zogenaamd een veertienjarig meisje. In de uitzending worden vervolgens beelden getoond van chatsessies en telefoongesprekken tussen “Iris” en de betreffende hulpverlener. Uit die beelden blijkt onder meer dat de man met “Iris” chatte over seksueel getinte onderwerpen en naturisme. Ook worden beelden getoond waarop te zien is dat de hulpverlener zichtbaar zijn geslachtsdeel heeft ontbloot.
 
“Iris” maakt vervolgens een afspraak met de man om elkaar te ontmoeten. Tijdens deze afspraak verschijnt ’de echte Iris’  -Stegeman dus- en wordt de hulpverlener geconfrontreerd met het voorgaande, terwijl de camera draait. Dit alles is in de uitzending te zien.
 
De hulpverlener meent dat hij door deze uitzending ten onrechte wordt neergezet als een pedofiel, en vraagt de rechtbank om onder meer een verbod op verdere verspreiding en vertoning van de beelden. Daarbij stelt de hulpverlener dat hij herkenbaar in beeld is gebracht omdat slechts zijn hoofd is “geblurred”. Dat hij herkenbaar is, blijkt volgens hem uit de bedreigingen die hij na de uitzending heeft ontvangen. Verder zou de uitzending niet gerechtvaardigd zijn omdat er geen een misstand aan de kaak wordt gesteld; de hulpverlener zou door “Iris” benaderd als privé-persoon, en niet als hulpverlener. Ook zou de uitzending door middel van onzorgvuldige onderzoeksmethoden tot stand zijn gekomen, in het bijzonder door overvaljournalistiek en het inzetten van een gefingeerd personage.
 
De rechtbank maakt, in tegenstelling tot de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (zie voor een bespreking van dit kort geding de Kroniek Persrecht 2009-2010 hier, pagina 146, en hier voor de uitspraak in kort geding), terecht korte metten met deze verweren:
“[De hulpverlener wordt in de uitzending opgevoerd als voorbeeld van een hulpverlener uit het alternatieve hulpverleningscircuit. Daarbij wordt grensoverschrijdend gedrag van [de hulpverlener] jegens “Iris” in beeld gebracht. [De hulpverlener] wordt echter niet beschuldigd van pedofilie. Het standpunt van [de hulpverlener], hierop neerkomend dat de uitzending niet wordt gerechtvaardigd door enig journalistiek doel, maar uitsluitend is bedoeld om hem door middel van uitlokking en het openzetten van een val persoonlijk zwart te maken ten einde de kijkcijfers te dienen, zal niet worden gevolgd.” (…) “Evenmin is [de hulpverlener] in de uitzending, anders dan hij stelt, zodanig in beeld gebracht dat hij voor het grote publiek herkenbaar was. Het overigens niet nader onderbouwde beroep van [de hulpverlener] op zijn portretrecht is reeds daarom ongegrond.” (…) Dat Noordkaap c.s. gebruikt heeft gemaakt van een gefingeerd personage en dat in de uitzending het seksueel geladen gedrag van [de hukpverlener] jegens deze 14-jarige “Iris” wordt getoond (inclusief de beelden die via de webcam van [de hulpverlener] zijn verkregen) en dat [de hulpverlener] in de uitzending met zijn grensoverschrijdend gedrag jegens “Iris” wordt geconfronteerd, maakt niet dat Noordkaap c.s. de grenzen van de jegens [de hulpverlener] in acht te nemen zorgvuldigheid heeft overschreden.”
 
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het grondrecht van SBS op vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt dan het recht van bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de hulpverlener. De vorderingen van de man worden dus afgewezen.
 
Voor de media is het goed om te realiseren dat het gebruik van gefingeerde personages (zoals “Iris”) en het overvallen van personen met draaiende camera, om zo misstanden aan de kaak te kunnen stellen, niet onrechtmatig hoeft te zijn. Zelfs niet als daarmee in feite een val wordt opgezet, zoals in deze zaak is gebeurd. Dit terwijl dit wel in strijd kan zijn met journalitieke richtlijnen, zoals de Leidraad voor de Journalistiek. In diezelfde lijn oordeelde de Hoge Raad in de Tros vs. Pretium zaak recentelijk dat opnamen die gemaakt zijn met een verborgen camera (wat volgens journalistieke maatstaven evenmin toelaatbaar is), bij het aan de kaak stellen van een misstand toch rechtmatig kunnen worden geacht. Zie voor de bespreking van die zaak hier.
 
Voor de bespreking van andere recente zaken met betrekking tot de (on)rechtmatigheid van bepaalde journalistieke methoden, zie de Kroniek Persrecht 2009-2010 (pagina 133/134) van mijn collega’s Jens van den Brink en Christien Wildeman.

Maak jouw eigen website met JouwWeb